Return to site

Een inspirerende comeback

Over Radja Naingolan en Wilfried Van Moer

De halve natie, of toch het gedeelte van de bevolking dat tijd genoeg heeft om zich de hele dag op sociale media te manifesteren, lijkt wakker te liggen omdat Radja Naingolan niet mee naar het WK in Rusland mag. De man zelf heeft vanop zijn troon in Rome gezegd dat er voor hem geen toekomst meer is bij de Rode Duivels. Hij wordt nu supporter, zoals wij allemaal. Maar hij kan zijn voetbalschoenen best niet te ver opbergen. Hoe ik dat weet? Omdat ik al heel oud ben.

Toen voetbal nog naar Pis rook

We schrijven de jaren 70 van de vorige eeuw. Voetbal was toen nog een volkssport. Er werd nog gerookt op de tribunes. Mijn broer en ik supporteren voor Antwerp. Vanuit onze tuin kunnen we de supporters tijdens interlands in het stadion horen juichen bij een doelpunt. Bij thuismatchen van RAFC mag ik mee met mijn grote broer naar de mythische bosuil, waar tribune 2 ruikt naar pis, verschraald bier en hotdogs. Om er in dat onvervalste mannenparfum legendarische matchen mee te maken tegen Standard, Anderlecht of Beerschot. Mijn vader gaat nooit mee. Hij supportert voor FC Beringen. Noblesse oblige, want hij is geboren in de schaduw van de mijn. Maar het is pech voor hem, want de mijnploeg vecht bijna elk jaar tegen de degradatie uit eerste klasse. Maar wanneer op televisieverslagen worden getoond van hun matchen wordt mijn vader toch lyrisch. Vooral over de prestaties van Wilfried Van Moer. Een middenvelder die je nog het beste zou kunnen vergelijken met Steven Defour of Dries Mertens. Een kleine energiebom die nooit stilstaat en daardoor onrust zaait in de gelederen van de tegenstander.

broken image

Van Moer was een legende voor mijn vader. De man had drie keer de gouden schoen gewonnen, legendarische matchen gespeeld die ervoor zorgden dat België geplaatst was voor de wereldbeker in Mexico, 1970 en was bij FC Beringen terecht gekomen omdat hij door een aantal zware blessures geen plaats meer had in het team van Standard Luik. En die beleefde dus de nadagen van zijn carrière in een roodzwart shirt in de kelder van de eerste voetbalklasse met aan zijn zijde onderandere de boomlange centrale verdediger Walter De Greef. Seizoen na seizoen zat mijn vader nagelbijtend aan de radio gekluisterd om te horen hoe Van Moer er met alweer een miraculeuze actie, op de tonen van de mijnfanfare die de spionkop van zijn ploeg aanvuurde, toch nog voor zorgde dat Beringen in 1ste klasse kon blijven.

Comeback

En wat heeft dat nu met de zaak Naingolan te maken? Wel, die Van Moer was in 1972 min of meer gedwongen gestopt met spelen voor de nationale ploeg toen hij tijdens het Europees Kampioenschap van het veld werd getrapt door een Italiaan. Daarna trad er een nieuwe generatie spelers aan en voor de kleine generaal, zoals hij minzaam genoemd werd, was er geen plaats meer. Er waren nog geen sociale media, dus er kraaide ook geen haan naar. Hoogstens aan de toog van Van Moer’s café in Hasselt werd er af en toe nog eens gepeild naar zijn gevoelens.

Maar toen gebeurde het: in 1979 haalde de toenmalige trainer van de nationale ploeg, Guy Thys, de speler terug vanonder het mijnstof in Beringen. De trainer haalde het wit konijn met zwarte koolstrepen uit zijn hoed omdat de Rode Duivels nog een waterkans maakten om zich te kwalificeren voor het EK in Italië, maar het ontbrak dikwijls aan inspiratie op het middenveld. Van Moer werd vanachter zijn toog in Hasselt geplukt voor een alles-of-niks-match tegen Portugal. En hij deed waar hij goed in was: scoren en laten scoren. Ik herinner me van even later ook een match van de Rode Duivels in Schotland waar Van Moer met zijn kromme, ooit gebroken, beentjes een verschroeiende raid plaatste door het middenveld los naar de backlijn van de tegenstander om dan de bal treiterig langs de keeper te duwen. Tijdens de hele actie zat mijn vader naar de televisie te staren, terwijl hij prevelde: “Hij doet het weer, hij doet het weer, Van Moer doet het weer.” Om daarna, toen de bal tegen de netten lag, recht te springen en te roepen: “Hij speelt bij Beringen hé, FC Beringen!!”

Never Say never

De rest is geschiedenis. Met Van Moer en Ceulemans als draaischijf, stoomde de nationale ploeg toen door naar de finale van het EK tegen Duitsland. Tussen zijn 35ste en zijn 37ste breide Van Moer zo nog een feestelijk slot aan zijn carrière door zich om te turnen tot supersub.

Aan dat hele verhaal moet ik nu denken als ik het gemelk over het al dan niet meenemen van Naingolan lees en hoor. Never say never, hoor ik mijn vader dan zeggen. Misschien kan Naingolan zijn carrière herlanceren binnen een jaar of twee door te komen spelen voor één of ander degradatieteam, Moeskroen of zo. En dan de nieuwe bondscoach uit de brand komen helpen als we dreigen niet gekwalificeerd te geraken voor het WK in Qatar binnen 4 jaar. Dan is hij nog maar 34 en kan hij een feestelijk en onverwacht slot aan zijn carrière breien terwijl wij met zijn allen prevelen voor het scherm: “Hij doet het weer, hij doet het weer, Naingolan doet het weer.”