Ik heb de laatste tijd veel last van drijfkeutels. Misschien kent u het ook wel: het zijn van die bolussen die vrolijk in de WC-pot blijven drijven nadat je hebt doorgespoeld. En het feit dat mijn excrementen de laatste tijd over zwemtalent bleken te beschikken bracht me tot filosofische overwegingen over mijn leven waar meer drijfkeutels in zitten dan ik zou willen. Tot ik het vertelde aan L. en ze me een wijze les leerde.
Rare Gewoonte
U mag dat een rare gewoonte vinden, maar ik check toch altijd graag of alles wat ik in de WC-pot drop toch wel zijn weg naar de riool vindt. Je weet per slot van rekening nooit wie er na jou het deksel van de pot oplicht. Een kleine rondvraag in mijn kennissenkring, leert dat het iets mannelijk is: die persoonlijke relatie met je verteerde voedsel. Uiteindelijk wist ik dat al lang. Het stond al in “penismonoloog” dat ik 14 jaar geleden schreef met Nigel Williams. Jongetjes zijn gewoon veel later zindelijk dan meisjes en dus is de herinnering aan de kampioenenviering die hen te beurt valt wanneer ze “in het potje” gedaan hebben een veel bewustere herinnering. Ik ken mannen voor wie praten over de kwaliteit van hun uitwerpselen een echte emotionele baken is in hun bestaan.
Om maar te zeggen: ik vond het als doorsnee exemplaar van de mannelijke soort niet raar om me zorgen te maken over de plotse stijging van het aantal drijfkeutels in mijn darmproductie. Terwijl ik daarover liep te tobben, vond ik dat drijfkeutels een fenomeen waren dat ook in de rest van mijn leven wel eens de kop opstak. Laat ik man en paard noemen: er lopen in mijn leven een aantal mensen rond die ik liever kwijt dan rijk ben. Toch lijk ik ze niet te kunnen schrappen. Ik probeer ze te negeren, er geen contact mee te hebben, maar ze vinden toch altijd weer een manier om in beeld te springen desnoods via, via. Het zijn mensen waar ik het niet mee eens ben, nooit mee eens zal worden en aan wie ik dat ook al heb laten weten, maar die toch altijd weer een manier vinden om invloed te hebben op mijn leven. Het is waar, dikwijls is dat onrechtstreeks, maar het komt toch altijd dicht genoeg om mijn goed ontwikkeld vermogen tot ergernis in gang te zetten.
Voorvochtmensen
Meestal zijn het mensen die de kenmerken dragen van wat Theo Maassen in een geniale sketch ooit “voorvochtmensen” noemde. Het soort volk dat ontsproten is aan een voorejaculatie van hun vader. Ontstaan in het moment dat die vroede vader zei “oei” en per ongeluk een nakomeling verwekte, vlak voor hij zich terugtrok. Niet geboren uit het vuur van iemands lendenen, maar het product van een geniepig insluipende verzameling spermatozoïden die al iets te lang aan het wachten waren tot het bij een volgende beurt aan hen zou zijn om een feestje te bouwen in een baarmoeder. Chagrijnig sperma, geeft chagrijnige mensen. Mijn ergernis ontlokken ze omdat ze niet in staat zijn om zelf iets neer te zetten in de wereld, maar wel altijd klaar staan om dat voor anderen onmogelijk te maken, of het gewoon van hen te stelen. Geloof me: ik kan een boek vol anecdotes schrijven over dat soort mensen in mijn leven, maar ik heb nu effe geen zin om een proces aan mijn been te krijgen wegens laster dus ik hou het hier graag bij deze algemene beschrijving in de hoop dat u het herkent. Misschien hebt u ook wel drijfkeutels in uw leven. Ondertussen heb ik er een zesde zintuig voor, en soms denk ik echt dat ik ze aantrek.
Chagrijnig sperma, geeft chagrijnige mensen.
Mijn gedachten spinden inmiddels zo rond dat ik ze deelde met L. Ze is het soort vriend dat ik iedereen toewens in zijn leven. Ze schuurt, ze confronteert, ze stelt vragen, ze rammelt aan de kooi waar je jezelf in opsluit, maar zonder oordeel of inzet, ze biedt alleen maar vriendelijk inzicht. Toen ik haar vertelde over het probleem met drijfkeutels in mijn leven, zuchtte ze diep. “Echt waar Peter? Waar steek jij je tijd in? Uiteindelijk laat jij die mensen toe om te gaan lopen met jouw aandacht en jouw energie.” Ik pruttelde nog wat tegen, dat ik vaak geen keus had dan met die mensen om te gaan. “Geloof je dat zelf”, zei ze gortdroog. “Dan heb je nog veel werk hoor jongen.”, voegde ze er lachend aan toe. Ze wees er mij op dat ik in mijn facebookposts dikwijls mijn ergernis ventileer over mensen die ik zelfs totaal niet ken, mensen die op TV komen bijvoorbeeld. Zelf kent L. die mensen niet. Ze kijkt zelden of nooit TV, omdat ze dat nu eenmaal zo gewend is. "Het is jouw tijd die je eraan besteedt. Niemand verplicht je toch naar die hersenloze programma's te kijken? Als ik dat teveel doe, ben ik altijd bang dat ik mee zal gezogen worden in het gat van de onbenulligheid die daar getoond wordt. Dus kijk ik niet meer. Enfin, af en toe kijk ik nog eens maar zonder ambitie."
Veel werk
“Dan heb je nog veel werk hoor jongen.” Ze zei het zo beslist dat het in grote blokletters in mijn hoofd verscheen, als een hoofdlijn in het nieuws. Want ik wist dat ze weer gelijk had. Dat wordt dus 2018 voor mij: veel werk om zelf te kiezen voor een leven zonder drijfkeutels.
Toen ik daarna alleen zat te pruilen om het resultaat van mijn boudoirfilosofie, bedacht ik dat de drijfkeutels ook maar een toepassing waren van de wet van Archimedes. Hun gewicht was lager dan het gewicht van het volume water dat ze verplaatsten. Het was dus light-kak. Zo was die wetenschappelijke vorming in de humaniora toch nog ergens goed voor. Menselijke drijfkeutels zijn ook maar light-kak. Vaarwel vrienden drijfkeutels van deze wereld! Het ga jullie goed, maar laat het vooral niet weten want het interesseert me totaal niks meer.