Als je vroeger in de klas aan kinderen vroeg: “wat wil je worden?” Dan antwoordden ze: piloot, of dokter, of voetballer, of loodgieter en vaak ook juf. Als je die vraag tegenwoordig stelt is de kans groot dat kinderen ook “beroemd zijn” aan dat lijstje toevoegen. Want om de één of andere reden is “roem” een levensdoel geworden voor jonge mensen. Let wel: het gaat hier niet om roem door één of andere prestatie. Nee, het gaat puur over het “bekend zijn”. Waarom eigenlijk? Hoe ziet “bekend zijn” er eigenlijk uit?
Zondag had ik het onmetelijke genoegen om de signeertafel te delen met Meredith Van Overloop. Voor wie haar niet kent, kan ik haar het best beschrijven door te zeggen dat het onmogelijk is om slechtgezind te zijn in haar nabijheid. In een vorig leven was ze leadzangeres van de muziekgroep Pop in Wonderland en doste ze zich uit alsof ze door een teletijdmachine van de jaren 60 naar de jaren 90 was geteleporteerd. Haar verschijning als bloemenkind was een welkome verfrissing in die voor de rest uit plastieken euforie opgetrokken jaren. Toen kruisten we mekaar wel eens in de backstage van een TV-show, maar we leerden elkaar pas echt kennen als signeerbuddy’s op de boekenbeursstand van Witsand Uitgevers. Meredith is nu coach. En niet zomaar een coach van dertien in een dozijn. Lees er haar boeken maar eens op na.
Uit hoofde van haar verleden is Meredith dus bekend. Maar dat is wat haar betreft een afgesloten hoofdstuk. Ze doet nu heel andere dingen in het leven, trainingen in leiderschap geven aan bedrijven bijvoorbeeld. Ze laat leiders hun valkuilen ervaren door hen te laten werken met paarden ook. Daar wil ze nu bekend voor zijn. Toch dwalen er op de boekenbeurs nog altijd mensen rond die haar herkennen van haar jaren als bloemenkind. Die schuifelen dan naar haar tafel, leggen een CD of een foto voor haar neer en dan is Meredith ook gewoon wie ze is: een doodnuchter meisje uit Deurne met een groot hart. Vandaag was ik getuige van 2 mooie taferelen.
tafereel 1
Een man met een zenuwachtige en ongelijke tred, komt bij de onze signeertafel staan voor Meredith. “Ik heb toch nog iets gevonden”, zegt hij triomfantelijk. Hij draagt een T-shirt met een enorme smiley op, die vreemd contrasteert met zijn grote kale hoofd waar een trieste glimlach op gebeiteld staat. Hij kijkt alsof hij een clown is die zijn masker geworden is. Uit een plastick tasje diept hij een CD-single op. Meredith kirt enthousiast als ze de hoesfoto ziet. Het is een, schijnbaar zeldzaam, exemplaar van de single “let’s grow a baby”. Ze staat er hoogzwanger op. “Dat is 20 jaar geleden”, zegt ze blij. “Mijn zoon is hier vandaag ook en hier zit hij nog in mijn buik!” Ik ben nieuwsgierig genoeg om de man te vragen of hij een verzamelaar is. Zijn blik en zijn gelaat gaan ineens open. “Ja”, zegt hij blij, “dat is zo begonnen met de mannen van Big in Belgium”. Ik heb geen idee waar hij het over heeft, maar ik geloof dat het gaat over het werk van muziekjournalist Jan Delvaux. Misschien heeft hij eraan meegewerkt met zijn verzameling. Maar dat ik daar niks van ken, deert hem niet. Hij schijnt er vanuit te gaan dat aan onze kant van de tafel, waar de bekende mensen zitten, wij één grote familie zijn die mekaar allemaal kennen. Meredith zet zijn naam op de hoes om de opdracht te beginnen. “Beste Chris”, staat er maar dan zegt hij: “Nee, ik heb liever dat ge er mijne naam niet opschrijft.” Meredith schrikt: “oei, nu is het al te laat!” Ik kan mij weer niet meer inhouden en vraag hem waarom hij niet graag heeft dat zijn naam op de opdracht vermeld wordt. Hij schudt zijn grote hoofd een beetje weg en weer alsof hij een onprettige herinnering van zijn voorhoofd wil afschudden. “Dat is zo’n beetje gekomen door mijn vader. Die heeft mij eigenlijk nooit zien staan. Die schold mij altijd uit en zo. Zei dat ik niks waard was en dat ik niks kon. Tot de dag van zijn dood.” Ik ben even sprakeloos en mompel dan: “Maar hoe oud was je toen?” Hij buigt zijn hoofd en zegt: “van toen ik geboren was tot mijn 43”. Alsof hij er zich voor schaamt. Ik heb zin om recht te staan en hem vast te pakken, maar ik blijf zitten en ik zeg: “Dat moet verschrikkelijk geweest zijn.” Hij haalt zijn schouders op en schudt ongemakkelijk van ja. Zijn hele lichaam beweegt mee met zijn hoofd. Bij de herinnering alleen al van de terreur van zijn vader, probeert hij zichzelf te wiegen. Dan richt hij zich terug op en zegt puffend: “Hij had het ook niet gemakkelijk. Was opgegroeid in de oorlog in een gezin met 10 kinderen. Die had ook heel zijn leven niks anders gezien.” Terwijl ik me verbaasd de vader probeer voor te stellen die van deze reus een dwerg heeft gemaakt, wordt er op mijn schouder getikt. Er staat een lezer te wachten voor mijn tafel met een exemplaar om te signeren. Ik stel wat vragen om een gepaste opdracht te kunnen schrijven, maar in mijn ooghoeken zie ik dat Meredith verder praat met de man. Tegen de tijd dat mijn signeerwerk erop zit is de man alweer verdwenen. Ik kijk Meredith aan en zij kijkt naar mij. “Wat een schreeuw om aandacht”, zeg ik uiteindelijk. “Ja”, zucht Meredith, “soms zoeken mensen in iemand die bekend is, aandacht die ze van hun familie niet gekregen hebben. Dat vond ik vroeger al lastig. Want je neemt al die verhalen ook mee. Maar je kan er niks aan doen.”
Deze song van Carly Simon hoort bij het volgende tafereel. Play it and smile!
Tafereel 2
Er lopen op de boekenbeurs ook een pak BV’s rond. Er zijn er een hoop die boeken signeren waar ze de eerste letter zelf nog niet van gelezen hebben. Maar er zijn er ook die als bezoeker passeren of omdat ze onderweg zijn naar een collega. Enfin: in het bonte ras der BV’s staat het goed om te doen alsof je altijd onderweg bent. Je hebt het altijd “druk, druk, druk”, weet je wel. Je merkt het meestal aan de mensenstroom, als er een bekende in aantocht is. Het is alsof de rode zee even opengaat, want Vlamingen doen een stap opzij als er een bekend persoon in aantocht is. Bekend zijn zou zo maar eens een virus moeten zijn dat overgaat bij aanraking! Toen de zee een kwartier na onze ontmoeting met Chris openging, leek er ook meteen een soundtrack te starten, want ik zou gezworden hebben dat ik de sexy slangenstem van Carly Simon “You’re so vain” hoorde zingen terwijl Meredith en ik 2 prachtexemplaren van de BV-kudde voorbij zagen paraderen. Zij is een nieuwsmeisje die via “de slimste mens ter wereld” ineens gebombardeerd werd tot babe en hij een school-dropout van 20 die via “de mol” een job als sfeerreporter voor festivals veroverd had. Beide woestijnvis-producten waren zich uiterst bewust van de impact van hun aanwezigheid en met name van de nieuwswaarde van het feit dat ze in mekaars gezelschap vertoefden. Het ex-nieuwsmeisje maakt er in interviews immers een sport van om zich als “hard to catch” te profileren. De jongeman van zijn kant heeft de status van tegelfilosoof doordat zijn quote “het leven is geen poneykamp”, werd bejubeld in de media als “de uitspraak van het jaar”. Of toch in ieder geval de uitspraak van die tv-avond toen het uitgezonden werd. Een eeuwige single en een tegelfilosoof dus: zo waadden deze twee mensen door het lauwe bubbelbad van de zeer lokale roem. Want voor het geval u eraan twijfelt: wereldberoemd in Vlaanderen betekent letterlijk dat boven de lijn, Sluis-Putte-Maaseik niemand u nog kent. Aan hun gezichten kon je echter zien dat ze ervan genoten om naar de omstaanders te gluren terwijl ze samen over de boekenbeurs schreden. Later zouden ze het ongetwijfeld op hun instagrampaginaatjes afficheren met een kirrend opschrift: “on the road met mijn #boekenbuddy #BFF”. Ze leken in slow motion te passeren, terwijl ze er ondertussen op aan het letten waren dat hun haar in de juiste plooi viel. Precies in de maat met de muziek.
Toen ze voorbij waren, keek Meredith me aan en ze glimlachte: “Heerlijk, vind je niet?” Ik vond het eerder ergerlijk, dus ik keek haar vragend aan. “Die twee kersverse BV-tjes daarnet. Als het de eerste keer is, sinds je bekend bent dat je zo’n dingen doet, dan is alles nieuw en spannend hé. Dat is toch mooi om te zien. Dat ze er maar van genieten van de onschuld in die periode, want het is voorbij voor ze het zelf zullen beseffen.”
Chris is die middag nog 3 keer voorbijgekomen en ik heb hem telkens begroet alsof ik hem al 20 jaar kende.